tijdlijn

Gewasonderzoek op landbouwkavels [2003 - 2006]

Volgend op een eerste onderzoek in 2002 naar de bodem- en gewaskwaliteit op een landbouwperceel in Weert (op 1,5 km afstand van de zinkfabriek in Budel-Dorplein) wordt in 2003 gestart met een uitgebreider onderzoek door het Wageningse onderzoeksinstituut Alterra naar de relatie tussen metaalgehalten in de bodem en die in een aantal landbouwgewassen.

 

Bij de boeren in het gebied ligt zo’n onderzoek gevoelig: ze zijn bang voor mogelijke gevolgen voor hun bedrijf. ABdK zet vanaf de oprichting in op transparantie en vertrouwen en besluit daarom een begeleidingscommissie in te stellen, om een intensieve samenwerking met betrokken boeren te organiseren. In de begeleidingscommissie zitten onder meer landbouworganisatie ZLTO, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB), het ministerie van LNV en het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM).

 

Normoverschrijdingen

In 2003 worden op 40 percelen de bodem en de voedergewassen maïs en gras (en op enkele percelen ook aardappelen) onderzocht. De eerste fase van het onderzoek laat geringe normoverschrijding zien op 1 van de 22 locaties bij maïs (zink), 1 van de 15 locaties bij gras (cadmium en zink) en 1 van de 3 locaties bij aardappelen (cadmium).

 

 In 2004-2005 is op nog eens 76 percelen een onderzoek uitgevoerd naar de bodem en de kwaliteit van tarwe, aardappelen en enkele tuinbouwgewassen.

 

Zuurgraad

Zoals ook uit eerder onderzoek is gebleken, speelt de zuurgraad van de bodem een belangrijke rol bij de opname van cadmium en zink door de gewassen. Om overschrijding van de veevoeder- en warenwetnormen te voorkomen, wordt bekalking als maatregel voorgesteld om de bodem minder zuur te maken. In een minder zure bodem (met een hogere pH waarde) binden de metalen sterker aan de bodem en zijn daardoor minder beschikbaar voor opname door gewassen.

 

Individueel advies

Na afronding van dit grootschalige onderzoek wordt aan boeren de mogelijkheid geboden om individueel advies te krijgen. Dit verloopt via bemestingsadviesbureau BLGG dat op verzoek van boeren bodemmonsters analyseert. Indien gewenst worden in deze monsters ook de verontreinigingsgehalten gemeten op basis waarvan ABdK teeltadviezen geeft. Deze resultaten worden tevens gebruikt om kaartmateriaal te maken waarop de verontreinigde gebieden, en het verloop daarin, te zien zijn.

 

Meer informatie: