-
2012
Grondwaterplan De Kempen -
2010 - 2013
De Dommel door Eindhoven -
2009
Proef immobilisatie wegen Cranendonck -
2009 - 2010
Verdachte wegen in 28 gemeenten onderzocht -
2008 - 2011
De Dommel door Boxtel -
2007 - 2008
Grondwatermodel (BeNeKempen) -
2007
Massabalans van cadmium en zink (BeNeKempen) -
2007
Triade-onderzoek in het Dommeldal -
2007
Centrale grondverwerkingslocatie niet haalbaar -
2007
Cadmium stapelt zich op in rundernieren -
2007 - 2014
Meetnet grondwaterkwaliteit -
2004
Bodemonderzoek in' uitwaaigebied' -
2003 - 2015
Sanering particuliere erven -
2004 - 2009
Aqua Terra: Europees onderzoeksproject -
2004 - 2007
BeNeKempen: Grensoverschrijdende samenwerking -
2004 - 2006
Sanering Tongelreep bij Valkenswaard -
2004 - 2005
Geostatistiek Zivest-pilot Sterksel -
2004
Waterbodemonderzoek in het Roeventerpeel -
2003 - 2015
Bodemkwaliteit in de Plateaux -
2003 - 2007
Gezondheid: communicatie en onderzoek -
2003 - 2006
Zandvangen opgeschoond -
2003 - 2006
Gewasonderzoek op landbouwkavels -
2003 - 2005
Planten als schoonmaker -
2003 - 2004
Verificatie zinkassenwegen in Sterksel -
2003 - 2004
Onderzoek kwaliteit berm- en slootmaaisel -
2003 - 2004
Kernboring voor reconstructie depositie -
2003 - 2004
Inventarisatie zinkassen particuliere erven -
2003 - 2004
Landsdekkend beeld - nulmeting werkvoorraad -
2003 - 2004
Systeemgericht grondwaterbeheer -
2003
Koude/Warmte opslag -
2003 - 2004
Door de overdracht van zware metalen..... -
2003 - 2012
Tungelroysebeek grondig aangepakt -
2003
Sedimentvang De Dommel -
2004
Waterbodembeheerplannen -
2002 - 2004
Potproeven -
2002 - 2003
Sanering waterbodem Vughter Stuw -
2002
Opname cadmium uit sla en radijs -
2002 - 2006
Proeftuin -
2001, 2007, 2014
Depositiekaarten laten verspreiding zware metalen zien -
2000 - 2001
Eerste uitvoeringsprojecten ABdK -
1997 - 2001
Op naar een speciale projectorganisatie -
1995 - 1997
Actief Bodembeheer komt op -
1990 - 1996
Voortgang aanpak Budel-Dorplein -
1988 - 1994
70 tuinen in Boxtel en 60 tuinen in Budel-Dorplein op de schop. -
1987 - 1988
Integraal plan van aanpak krijgt gestalte -
1985
Aanvullende inventarisatie zware metalenverontreiniging -
1985 - 1987
Cadmiumverontreiniging en de volksgezondheid -
1983 - 1984
Provincies nemen milieutaken serieus -
1983
Eerste wetgeving over bodemverontreiniging -
1983
Eerste alarmbellen gaan af -
1900 – 1973
Zink historie
Provincies nemen milieutaken serieus [1983 - 1984]
De Interimwet Bodemsanering creëert nieuwe milieutaken voor de provincies Noord-Brabant en Limburg. Het cadmiumprobleem wordt geïnventariseerd en steekproefsgewijs in het veld beoordeeld. Dat men zich moet gaan bezinnen op maatregelen is snel duidelijk.
De provinciale organisatie van Noord-Brabant is begin jaren tachtig nog maar net ingericht op de nieuwe milieutaken, waaronder bodemsanering. Voor de eerste verkenningen wordt gebruik gemaakt van het provinciale bureau Milieumetingen. Van meet af aan zoekt Noord-Brabant de samenwerking met de provincie Limburg, de meest in de kern gelegen gemeenten, de waterbeheerders, regionale gezondheidsinstellingen, het Rijksinstituut voor Milieuhygiëne (RIMH) en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Omdat ook in de Belgische Kempen verschillende zinkfabrieken opereren en vervuiling uiteraard niet bij de landsgrenzen ophoudt, worden ook de Vlaamse autoriteiten bij de overleggen betrokken.
De deelnemers aan het eerste overleg van de bestuurlijke overleggroep ‘Cadmiumverontreiniging in de Kempen’ in 1983 illustreren de hoge bestuurlijke aandacht van dat moment.
Basiskennis vergaard
Na dit eerste overleg krijgen nog in hetzelfde jaar externe ingenieursbureaus opdracht om de verontreinigingsituatie en de hieraan verbonden risico’s voor mens en milieu te inventariseren.
Al in een vroeg stadium wordt op basis van de ‘bron-pad-object’ benadering een onderzoeksstrategie ontwikkeld. Bij het ontwikkelen van een onderzoeksstrategie worden bij deze methode de verschillende verspreidingsroutes van de verontreinigende stoffen als uitgangspunt genomen. Het betreft verspreiding via de lucht (atmosferische depositie), het oppervlaktewater en (her)gebruik van zinkassen, maar ook via het gerelateerde bodemgebruik zoals land- en tuinbouw, volks-, moes- en siertuinen.
Gemeenten en waterschappen worden gericht bevraagd en daarnaast worden tal van steekproeven in het veld gedaan (grond- en grondwatermonsters), waarbij de afstand tot de fabriek, nabijheid van zinkassenwegen, de overheersende windrichting en de grondwaterstromingsrichting worden meegewogen.
Deze uitgebreide inventarisaties en analyses vormen de basis van een cadmiumbalans die een beeld geeft van de verspreiding van cadmium uit verschillende bronnen over de verschillende milieucompartimenten (lucht, water en bodem). Omdat de mogelijke risico's voor de volksgezondheid de hoogste prioriteit hebben staat de blootstellingsroute via het eten van gewassen die op vervuilde grond zijn geteeld centraal in de onderzoeksstrategie.
Via literatuurstudies wordt gezocht naar relevante bodem-gewasrelaties. Hieruit volgt dat bij een cadmiumgehalte boven de 2,5 mg/kg d.s in de bodem, bij een pH lager dan 5.0 (zoals die voor de Kempen geldt), de heersende internationale normen voor voedselkwaliteit (FAO/WHO) kunnen worden overschreden. Deze bevindingen worden vervolgens verwerkt in de adviezen aan de provincies.